Dr. Henk Bakker waarschuwt...
OPENBARING
"Het Bijbelboek Openbaring is niet eschatologisch"
Reformatorisch Dagblad - 16 juni 2006
Citaat RD: "Dr. Henk Bakker ...ziet de
vroegchristelijke martelaarsliteratuur, waartoe hij ook Openbaring rekent, „Geestgedragen eindtijdtaal” gebruiken om hen die
moesten sterven en hun nabestaanden te troosten. „Deze taal die de macht van de machteloze in balans wil brengen, is vooral
pastorale taal die zich niet leent voor speculatieve eschatologische systeembouw. Vaak ging het bij ”verdrukkingen” om lokale
ongeregeldheden. Maar de ziener van Patmos tilt de plaatselijke terreur geestelijk en profetisch op mondiaal niveau. Om zinloos lijden
betekenis te geven, dient in de orde van kosmos en wereld, van alles en iedereen gesproken te worden. Ook het kwaad krijgt kosmische
proporties. Alles en iedereen komt voor Gods troon en ieder zal de troon van de martelaren zien.”
Kanttekeningen
Dr. Henk Bakker is over één ding heel duidelijk: Openbaring is NIET eschatologisch. En Openbaring is NIET geschreven over de
eindtijd; het is vooral pastorale taal en een troostboek, maar GEEN profetie over de eindtijd. Het beschrijft niet wat er gaat
gebeuren...
Het ND van 17-6-2006 bericht ook hierover.
- Volgens dit ND-verslag benadrukt Bakker... "dat Openbaring niet moet worden gelezen als handleiding voor... de
toekomst van de wereld". Hij noemt dat denigrerend: "speculatieve systeembouw".
Op hetzelfde congres sprak nog een VU-theoloog, Dr. A.W. Zwiep.
Hij is Nieuw-testamenticus, en hij... "verzette zich tegen de opvatting "die telkens weer als een veelkoppig monster
de kop opsteekt” - dat Openbaring met „ijzingwekkende precisie” de toekomst voorspelt. „Je hebt teksten die een feitelijke
stand van zaken beschrijven en teksten die zo’n stand van zaken willen veranderen. Het boek Openbaring behoort tot de laatste
categorie."
Het ND van 17-6-2006 meldt nog het volgende: "Zwiep schetst drie manieren waarop hij christenen
met het eindtijdboek ziet omgaan: "Er zijn mensen die 'gewoon lezen wat er staat', die de profetieën zien als marsorders voor
de eindstrijd, waarin de toekomst met ijzingwekkende precisie wordt voorspeld. Als er staat dat de gelovigen collectief in de lucht
zullen worden opgenomen, geloven zij dat letterlijk.'' Zwiep noemt dit de ,,naďeve lezers''.
Dat er ook christenen zijn die de beelden in het boek zien als ,,een
spoorboekje naar de eindtijd waarin alle gebeurtenissen als in een ijzeren plan zijn vastgelegd'', noemt hij een ,,onuitroeibare
opvatting''.
Het is maar dat u het weet, hoe deze theologen van de VU andere denkers zien: "naďeve
lezers met onuitroeibare opvattingen". En let op: deze theologen noemen zichzelf 'Evangelisch'. Maar ze zijn dus
duidelijk on- of beter gezegd: anti-chiliastisch.
Het Zoeklicht
Lees ook het
artikel van Feike ter Velde in Het Zoeklicht van 8 juli 2006...
De evangelische docent aan de theologieopleiding aan de VU, dr. Arie Zwiep, noemt gelovigen die bijv. de opname van
Gemeente in de brieven van Paulus letterlijk nemen “naďeve lezers.” De theologische wetenschappers van vandaag weten het beter
dan Paulus en Johannes. De oordelen van God in de Grote Verdrukking, zoals beschreven in Openbaring, waren bedoeld als vertroosting
van de christenen van toen, weet Dr. Henk Bakker, maar niet als profetie over de eindtijd. En zo wordt de Bijbel op
academische wijze uitgehold. Wie dit niet onderschrijft is anti-intellectualistisch, beweert men, om zo de ‘tegenstanders’ uit
te schakelen. Lees verder...
en
Lees ook het artikel van
Helmut Roth in Het Zoeklicht van 19 augustus 2006...
Maar als we niet wensen te geloven in het letterlijke Woord, zoals dat van de opname van de gemeente en van alles wat God ons in
o.a. Openbaring zegt over de eindtijd en als we niet willen geloven in de wederkomst van Christus als de Koning van Zijn volk
Israël, enz., als we dit ‘ijzeren plan’, ‘dit onuitroeibare geloof’, (zoals Dr. H. Bakker het denigrerend noemt, ND
17 juni ‘06) niet wensen vast te houden, doen we dan God en Christus niet schromelijk te kort? Lees verder...
De artikelen in het RD en ND:
Reformatorisch Dagblad - 16 juni 2006
Boek Openbaring is een hemelse martelaarsliturgie
AMSTERDAM - „Het boek Openbaring is een hemelse martelaarsliturgie die op aarde mag indalen. De kerk is een plaats waar anticiperend
Gods recht wordt gevierd. Ze kan een plaats zijn waar beschadigde christenen en niet-christenen erkenning en veiligheid beleven, waar
ze iets van hun weggeslagen macht en eer in het geloof kunnen terugontvangen.”
Dat stelde dr. H. A. Bakker vrijdag op een studiedag over eschatologie, belegd door het Evangelisch Werkverband en het Center
for Evangelical and Reformation Theology (CERT). Bakker ziet de vroegchristelijke martelaarsliteratuur, waartoe hij ook Openbaring
rekent, „Geestgedragen eindtijdtaal” gebruiken om hen die moesten sterven en hun nabestaanden te troosten. „Deze taal die de
macht van de machteloze in balans wil brengen, is vooral pastorale taal die zich niet leent voor speculatieve eschatologische
systeembouw. Vaak ging het bij ”verdrukkingen” om lokale ongeregeldheden. Maar de ziener van Patmos tilt de plaatselijke terreur
geestelijk en profetisch op mondiaal niveau. Om zinloos lijden betekenis te geven, dient in de orde van kosmos en wereld, van alles en
iedereen gesproken te worden. Ook het kwaad krijgt kosmische proporties. Alles en iedereen komt voor Gods troon en ieder zal de troon
van de martelaren zien.”
Ook dr. A. W. Zwiep, als nieuwtestamenticus verbonden aan het CERT, verzette zich tegen de opvatting -„die telkens weer als
een veelkoppig monster de kop opsteekt” - dat Openbaring met „ijzingwekkende precisie” de toekomst voorspelt. „Je hebt teksten
die een feitelijke stand van zaken beschrijven en teksten die zo’n stand van zaken willen veranderen. Het boek Openbaring behoort
tot de laatste categorie. Johannes houdt zijn lezers een manier van kijken naar de werkelijkheid voor die hen als het ware uittilt
boven hun situatie.”
Zwiep zoekt de leessleutel van Openbaring meer in de analogie tussen toen en nu dan in vervulling en voorspelling. „De niet te
stillen honger naar macht, de pogingen om minderheidsgroeperingen uit te rangeren, de macht van het geld en de economie als de
allesbepalende factor van het maatschappelijk leven, de zucht naar genot, en vooral ook de vlucht voor lijden en vervolging - het zijn
allemaal principes die vandaag de dag nog niets aan actualiteit hebben ingeboet.”
Omdat Bakker en Zwiep het boek Openbaring toch in nauw verband met het martelaarschap brengen, prangt de vraag wat het Bijbelboek
christenen in het Westen te zeggen heeft. Een vragensteller probeert de afstand te verkleinen door te stellen dat een conflict tussen
het Midden-Oosten en het Westen de situatie morgen al veranderd kan hebben: „Hoe komt de theologie er op de VU dan uit te zien, als
u deze zestiende etage bij gebrek aan stroom elke dag met de trap moet zien te bereiken? Als u bij een olielampje tentamens na moet
kijken?”
Prof. dr. C. van der Kooi wil niet theologiseren onder de dreiging van wat er zou kunnen gebeuren. „Ik wil theologie bedrijven in de
gegeven situatie. Naar mijn inzicht heeft de Openbaring ons dan vooral iets te zeggen over de christelijke hoop. Ons leven heeft zin.
En God rust niet voordat Hij met het kwaad klaar is.”
Dr. Bakker meent eveneens dat de persoonlijke toekomstverwachting veel mensen bezighoudt. De kloof tussen de ontstaanssituatie van
Openbaring en de huidige omstandigheden komt zijns inziens in een ander licht te staan als de kerk zich meer om haar roeping zou
bekommeren. „Het is de taak van de kerk om zich over mensen aan de rand van de samenleving en van het menselijk bestaan te
ontfermen, om zich op te werpen voor de zwakken, om zieken te helpen. Dan komt het lijden er anders uit te zien.”
Iemand blijft toch met de vraag zitten wat Openbaring mensen persoonlijk te zeggen heeft als ze niet te lijden hebben aan butsen en
breuken. „Wat heeft Openbaring over het goede in de schepping te zeggen?”
Van der Kooi herinnert eraan dat de ”schatten van de volkeren” in het nieuwe Jeruzalem worden binnengedragen. „Dat is iets wat
moed geeft voor het gewone leven.”
Zwiep wijst erop dat meerdere van de zeven gemeenten aan het begin van het boek het betrekkelijk goed hebben. „Openbaring dwingt hen
om achter de schermen te kijken.”
Bakker reageert dat het goede in het laatste Bijbelboek is meegenomen. „God grijpt handelend in
omdat Hij Zijn schepping kostbaar vindt. De vraag is voor ons persoonlijk hoe je het goede in je hand houdt: in een geopende of in een
gesloten hand? Wie leeft als iemand die ontvangt, die leeft met zijn hand aan de klink van de deur. Hij of zij kan zo voor de Schepper
komen te staan.”
Van der Kooi neemt het -tegen de tendens in de nieuwere theologie- in een lezing over ”Gegronde verwachting” op voor het geloof
dat er een werkelijk einde en een nieuw begin van de wereld zal komen. „De tijd en de geschiedenis zijn niet leeg. De tijd heeft een
Heer, Die Zijn Geest tot de gemeente heeft uitgezonden. Daarom is de tijd vol. De voortgaande dagen krijgen hun vorm doordat God ons
daarin uitnodigt tot een gehoorzame omgang. Midden in de dood zijn wij door het leven omgeven.
De nabijheid van God wekt het gebed op om een uiteindelijke voltooiing. Wie die hoop loslaat, is ontstegen aan het christelijk geloof.”
-------------------------------
Nederlands dagblad - 17 juni 2006
Openbaring is een troostboek
Een spoorboekje, marsorders voor de eindstrijd en een kosmisch schema, dat is het bijbelboek Openbaring allemaal niet, zo klonk
gisteren tijdens een studiedag in Amsterdam. Maar wat is het dan wel? ,,Het is de boodschap dat Jezus eens zal terugkomen.''
AMSTERDAM - Als het bijbelboek Openbaring zou worden onderworpen aan de regels van Kijkwijzer, dat tv-programma's keurt op
geschiktheid voor kinderen, zou het er niet goed afkomen. ,,Openbaring zou gepaard gaan met strenge waarschuwingen: alleen geschikt
voor zestien jaar en ouder, bevat geweld, actie, seks, alcoholgebruik, discriminatie en grof taalgebruik. Echt waar, het zit er
allemaal in'', zegt dr. Arie Zwiep, nieuwtestamenticus aan de Vrije Universiteit.
Hij spreekt op deze vrijdag op een studiedag over eschatologie (,,de leer van de laatste dingen''), die in samenwerking met het
Evangelisch Werkverband wordt georganiseerd door het Centrum voor Evangelische en Reformatorische Theologie aan de Vrije Universiteit
(VU).
Diverse theologen spreken in de kerkzaal van de VU over het bijbelboek Openbaring en welke rol dat zou moeten spelen in het leven van
een christen. Zwiep schetst drie manieren waarop hij christenen met het eindtijdboek ziet omgaan. ,,Er zijn mensen die 'gewoon
lezen wat er staat', die de profetieën zien als marsorders voor de eindstrijd, waarin de toekomst met ijzingwekkende precisie wordt
voorspeld. Als er staat dat de gelovigen collectief in de lucht zullen worden opgenomen, geloven zij dat letterlijk.'' Zwiep noemt dit
de ,,naďeve lezers''.
Daarnaast typeert hij nog de 'sceptische lezers', die niets aankunnen met alle draken, demonen en rivieren van bloed die in het
bijbelboek voorkomen, en de 'begrijpende lezers', die zich laten meeslepen door het verhaal, maar niet goed begrijpen wat ermee wordt
bedoeld.
Voor de meeste christenen geldt volgens Zwiep dat zij Openbaring te fragmentarisch lezen. ,,We zijn te veel gericht op kleine brokjes
tekst, en niet om waar het in die tekst om gaat'', zegt hij.
Openbaring is volgens hem in de eerste plaats bedoeld voor de vervolgde christenen in de vroege kerk. ,,Het rijk van Babylon waarover
Openbaring spreekt is het Romeinse rijk'', stelt hij. ,,Dat moet je je ook realiseren als je dit bijbelboek leest: dat we nu in een
andere situatie leven. Het Romeinse rijk bestaat niet meer. Eén voorbeeld: Tóen was geloven echt een zwart-witsituatie: je was óf
volgeling van Jezus en dan werd je vervolgd, óf volgeling van het beest, de satan. Tegenwoordig verkeren christenen in het Westen in
een andere situatie. Zij volgen Jezus, maar worden niet vervolgd. Die mogelijkheid komt in Openbaring niet voor.''
Volgens Zwiep ontmaskert Johannes in Openbaring het Romeinse regime van die tijd ,,als een totalitair regime van het kwaad''. ,,En van
daaruit klinkt de boodschap dat onrecht en onderdrukking niet het laatste woord hebben. Hierdoor wordt de lezer uitgetild boven de
situatie waarin hij zich bevindt.''
Dat er ook christenen zijn die de beelden in het boek zien als ,,een spoorboekje naar de eindtijd waarin alle gebeurtenissen als in
een ijzeren plan zijn vastgelegd'', noemt hij een ,,onuitroeibare opvatting''.
Systeembouw
Ook dr. Henk Bakker, theoloog van baptistenhuize, benadrukt dat Openbaring niet moet worden gelezen als handleiding voor
,,speculatieve systeembouw'' van de toekomst van de wereld. Hij schetst het laatste bijbelboek juist als troostboek voor vervolgde
christenen, toen en nu. ,,Dat is de boodschap die Johannes verwoordt: dat martelaren er absoluut zeker van kunnen zijn dat ze zullen
opstaan uit de dood. Dat de onderdrukten de heerlijkheid zullen ingaan onder de ogen van hun verdrukkers. Als iemand lijdt voor het
geloof, waar ook ter wereld, komt God daar altijd op terug.''
In die zin heeft Openbaring volgens hem een vertroostende boodschap voor ,,alle mensen overal ter wereld, die vertrapt en vertreden
zijn'', omdat er wordt afgerekend met de machten van het duister. ,,Zien dat de vijand naar de hel gaat, herstelt het vertrouwen in
het recht. Het is daarom ook een vertroosting voor de nabestaanden: Jezus komt terug en zal troost en gerechtigheid brengen.''
Meer critici: Geelhoed | Backtothebible | Bakker | Van Berghem | Bijbelgetrouw | Gorsira | Smith
Home | Granel.org | Hinn
| Geelhoed | Ouweneel | Van der Ven | T.B.Joshua |