Home

1. Benny Hinn
Aanklager Granel

2. Ouweneel
Aanklager Geelhoed

3. Rick Warren
Aanklager Geelhoed

4. TB Joshua
Aanklager vd Ven

5. Joseph Prince
Aanklager BttB

6. Goedgelovig

7 Andrew Wommack
Aanklagers: Jos&Regina

Diversen:
- Alverzoening
   - Eeuwig?
   - Vagevuur?
   - Geloof?
- Besnijdenis christenen
- Bevrijdingspastoraat
   - Bevrijding
- Genezing
   - Ziek van het zoeken

- Handoplegging
- Homoseksualiteit
- Opwekkingsbundel
- Preterisme
- Vallen in de Geest
- Welvaartsevangelie
   - Welvaart in het OT
   - Zaaien en oogsten

- Henk Bakker
- David Pawson



  o n d e r z o c h t    e n    g e t o e t s t

   

De Gemeente en Israel 
Deel 5. Vragen die het boek van Jeroen Koornstra oproept
Door Jacques van der Bijl

Preterisme:
Deel 1. Waar brengt het ons?
| 2. Wat is het? J.v.d.Bijl | 3. Opnieuw verwoord door David Sorensen
Deel 4: Kwam Hij of komt Hij met de wolken? - door Peter van Beugen (Focus op de Bijbel, 2017)
 
Meer:
De unieke Gemeente... | Gemeente én Israel | Zielenslaap... | Preterisme...


Jezus komt terug met zijn legerscharen op witte paarden - Openb.19:11-21

  De Gemeente 
  én Israel

     door Jacques van der Bijl
 


Jacques van der Bijl
4 november 2019

ZOMAAR EEN GEDACHTE DIE BIJ ME OPKWAM

De vervangingstheologie kwam op nadat het Romeinse rijk "christelijk" werd in de 4de eeuw (de "grote wending" onder Constantijn). De politieke ontwikkeling van die tijd had onmiskenbaar een duidelijke invloed op de theologie van die tijd (m.n. Augustinus).
e vervangingstheologie ontstond dan ook niet (zozeer) door hernieuwde Schriftstudie als wel door wat men om zich heen zag gebeuren.

De leer "dat er nog een toekomst was voor het etnische Israël", dat de Joden naar hun eigen land zouden terugkeren, een eigen staat zouden stichten en zelfs de tempel zouden herbouwen ontstond wél (enkel en alleen) door Schriftstudie in de 18de en met name de 19de eeuw (m.n. J.N. Darby in de jaren 1820-1830). Hiervan was in die tijd namelijk hoegenaamd geen sprake, sterker nog, het leek zelfs compleet onmogelijk onder het Ottomaanse Rijk dat toen over Israël heerste tot 1917. En....wat men ontdekt had door Schriftstudie werd meer dan 100 jaar later ook werkelijkheid te beginnen bij 1948.

Dat lijkt mij toch een héél belangrijk verschil en een reden voor vervangingstheologen (en zij die met die leer zijn opgegroeid) om hun leer toch nog eens kritisch in het licht van Gods Woord te onderzoeken.

Om bovenstaande korter uit te drukken zou je kunnen zeggen: De leer die geen Bijbelse toekomst zag voor het etnische Israël kwam voort uit wat men op politiek gebied ZAG gebeuren. De leer die wel een Bijbelse toekomst zag voor het etnische Israël kwam voort uit wat men LAS in Gods Woord en wat achteraf door feiten bevestigd werd. Het verschil tussen beide mag ons toch wel aanspreken


Jacques van der Bijl
12 november 2019

ISRAEL BETEKENT GEWOON ISRAEL

Wat ik hiermee bedoel te zeggen is het volgende:

“De naam Israël in de Bijbel slaat steeds op het etnische Israël, m.a.w. de lichamelijke nakomelingen van de 12 zonen van Jakob.” (Natuurlijk uitgezonderd als de naam wordt gebruikt voor de persoon van Jakob zelf.)

Bovenstaande lijkt mij een volkomen logische constatering maar blijkt het dat helaas voor velen niet te zijn.

Nog steeds hangen heel veel christenen (incl. preteristen) vandaag nog steeds de “vervullingstheologie” aan Dat is de leer die stelt dat alle OT beloften gedaan aan het OT Israël nu vervuld worden in de Kerk, die voor ca 99% bestaat uit niet-Joden en die zij zien als de voortzetting van het OT Israël.

Ook is er een klein aantal christenen dat de zgn 2 huizen leer (of Efraïm leer) aanhangt. Zij menen te kunnen claimen dat zij, op grond van hun geloof in Jeshua en hun liefde voor de Mozaïsche Thora en het huis van Juda, tot de 10 stammen (ook wel Efraïm genoemd) behoren die door de Assyriërs in ballingschap werden gevoerd in 722 vC. Ze rekenen zichzelf dan ook tot “Israël”, alleen dan in de beperkte betekenis van de 10 stammen en niet van de 12 stammen en dit ook als er geen enkel bewijs is voor een fysiek nakomelingschap van 1 van de 12 stammen.

Vervullingstheologie en Efraïmleer zijn duidelijk heel verschillend van elkaar maar stemmen wel overeen in het feit dat ze dus beiden de naam Israël niet beperken tot het klaarblijkelijk of aantoonbaar fysiek nakomelingschap van 1 van de 12 stammen.

Aangezien de stelling waarmee ik hierboven begon mij net zo vanzelfsprekend lijkt als de constatering dat “een Nederlander in eerste instantie iemand is die uit Nederlandse ouders is geboren”, zou ik willen beginnen met de vraag:

“Weet iemand een voorbeeld uit de Bijbel waarin het duidelijk is dat met de naam “Israël” (of de naam “Joden”) iets anders (of méér) wordt bedoeld dan het fysieke nakomelingschap van Jakob (die later door God “Israël” werd genoemd) ?”
Of ziet iemand in de Bijbel een duidelijke aanwijzing om van een of ander “geestelijk Israël” te kunnen spreken ?

Als dergelijke duidelijke voorbeelden of aanwijzingen er nl. niet zijn dat spreekt het m.i. vanzelf dat de naam Israël in de Bijbel gewoon betekent wat zij logischerwijs “moet” betekenen: het etnische Israël.


Jacques van der Bijl
14 november 2019

LEERT 1 PETR 2:5-10 ONS DAT WE DE NT-GEMEENTE (een deel van) ISRAEL MOGEN NOEMEN ?

Een veelgebruikt argument (zowel door vervullingstheologen, preteristen als aanhangers van de 2 huizenleer) hiervoor is inderdaad 1 Petr 2:5-10 (en Rom 9:25-26). De gebruikte redenering is dan als volgt: Petrus haalt hier Ex 19:6, Hos 1 en 2 aan en past wat daar staat geschreven over Israël toe op de NT gelovigen aan wie hij schrijft.
Dus, zo redeneert men, de gelovigen aan wie Petrus (en Paulus) schrijft zijn "Israël".
Maar het is toch niet moeilijk om in te zien dat deze redenering niet deugt en gebaseerd is op een denkfout. Een mus is een vogel en een arend is ook een vogel, maar een mus is beslist geen arend. Ze hebben wel iets gemeen, nl. dat ze beiden vogels zijn, maar daarom zijn ze beslist nog niet aan elkaar gelijk.want er zijn ook verschillen.
Zo is het ook hier. Wie Hosea 1 en 2 aandachtig leest ziet dat daar sprake is van de val én het herstel van Israël. En dat herstel situeert zich duidelijk in de eindtijd bij de komst van de Messias en de oprichting van het vrederijk. (zie bijv Hos 2:15-21) Dat herstel kan dus onmogeljk op de tijd slaan waarin Petrus aan de gelovigen schrijft. Het is dus zeker niet zijn bedoeling geweest om te zeggen dat de gelovigen aan wie hij schrijft nu "Israël" zijn of bij Israël gevoegd zijn.
Maar wat dan wel ? Hij maakt eenvoudig een toepassing van dat wat met Israël zal gebeuren in de (nabije) toekomst op de gelovigen (van de NT gemeente) in zijn tijd. Ook zij waren eertijds geen volk en zijn nu Gods volk, ook zij zijn een koninklijk prieterdom geworden, een heilige natie enz..
Petrus geeft dus geen exegese (uitleg) over de profetische vervulling van de woorden van Hosea, hij geeft eenvoudig een toepassing vanwege de analogie die er bestaat tussen Israël en de gelovigen in zijn (onze) tijd. Zulke toepassingen waren destijds gebruikelijk.
Iets dergelijks gebeurt bijv. ook in Matt 2:17,18 vergeleken met Jer 31:15. Ook hier is de eerste tekst duidelijk geen vervulling van de tweede, want die vervulling situeert zich duidelijk in de eindtijd (zie de context van Jer 31)


Jacques van der Bijl
14 november 2019

WAT STELT DE OLIJFBOOM VOOR IN ROM 11 ?

Een veelgehoord antwoord op die vraag is: de olijfboom is Israël. Maar is dat wel zo duidelijk ? Het lijkt me belangrijk om daarover na te denken.

Persoonlijk denk ik dit antwoord op zijn zachtst gezegd “onnauwkeurig” is.
Op het antwoord: "de olijfboom is Israël" komt dan direct de vraag: wat bedoelen we met “Israël” ?
Het etnische volk Israël als geheel of alleen het “gelovige” deel van het volk ?
Dat laatste kan in ieder geval niet het geval zijn aangezien in Rom 11:20 staat dat er juist takken van die boom werden “afgebroken” door “ongeloof”.
Maar als de olijfboom het hele etnische Israël zou voorstellen (gelovig en ongelovig), hoe moeten we in dat geval dat afbreken van ongelovige, natuurlijke takken begrijpen, die duidelijk ook bij Israël horen ?
Behoren zij dan door hun ongeloof “niet meer” tot het etnische volk Israël ? Dat zou in strijd zijn met wat Paulus even daarvoor in de Rom 9:4,31 en elders schrijft. Ook een ongelovige Israëliet blijft toch een Israëliet.
Kortom: het antwoord: de olijfboom is Israël levert grote uitlegkundige problemen op.
En dat temeer daar “Israël” al in het beeld van de olijfboom aanwezig is, nl. als de “natuurlijke takken” van de edele olijfboom.
En Israël kan toch niet van Israël worden afgesneden.

Het lijkt dus veel beter om aan te nemen dat de olijfboom en de natuurlijke takken aan die boom iets verschillends voorstellen. Precies zoals in Joh 15 waar de Heer Jezus de wijnstok voorstelt en de gelovigen de ranken zijn.
Trouwens als zowel de takken van de olijfboom als de olijfboom zelf beide “Israël” zouden voorstellen, wat voor zin hebben dan de woorden “hun eigen” in vers 24 waar staat dat de natuurlijke takken weer op “hun eigen” olijfboom geënt zullen worden ?
Maar wat kan de olijfboom in Rom 11 dan wel voorstellen ?

Wordt DV vervolgd


Jacques van der Bijl
15 november 2019

WAT STELT DE OLIJFBOOM IN ROM 11 VOOR ? (2)

Ik denk dat het veel nauwkeuriger is te stellen dat de olijfboom hier voorstelt:
HET GEHEEL VAN DE BELOFTEN EN ZEGENINGEN beloofd aan Abraham, de aartsvader en zijn nakomelingen.

Als we het zo zien wordt de hele gelijkenis van de olijfboom m.i. veel duidelijker.
De wortel stelt dan Abraham voor, aan wie deze beloften gedaan werden. Zijn lichamelijke nakomelingen (Israël) zijn de “natuurlijke takken”. Aan hen zijn deze zegeningen namelijk in eerste instantie beloofd, die in vers 17 zo mooi worden vergeleken met “de vettigheid van de olijfboom” (denk aan de olie die ook weer een symbool is van de Heilige Geest).

Wij “de volken” (een wilde olijfboom) hadden daar geen enkel recht op maar werden door de goedertierenheid van God WEL op die olijfboom geënt, zo als God dat al aan Abraham had beloofd in Gen 12:3.
De ongelovige natuurlijke takken van Israël werden evenwel afgebroken. Dat betekent niet dat zij ophielden “Israëlieten” te zijn maar wel dat ze geen deel hadden aan de zegeningen en beloften.

Het prachtige slot van dit gedeelte laat zien dat aan deze situatie een einde komt. God zelf zal namelijk bekering en geloof bewerken zodat deze natuurlijke takken weer op “hun eigen” olijfboom geënt zullen worden. Dat is wat Paulus in vers 25 noemt: zo zal heel Israël behouden worden. Dat zal gebeuren als de Redder uit Sion zal komen en Israël zich zal bekeren en hersteld zal worden (Zach 12:10; Op 1:7)
De woorden “hun eigen” krijgen zo ook hun volle betekenis want de zegeningen en beloften waren oorspronkelijk voor Israël bedoeld, ook al krijgen (de gelovigen uit) de volken er mee deel aan.

Als we de olijfboom van Rom 11 zo uitleggen wordt het enten van de “wilde takken” op de edele olijfboom ook veel gemakkelijker uit te leggen. Vragen als: worden de gelovigen uit de volken dan ook Joden (zij zijn immer op Israël geënt), moeten zij leven als Joden, moeten zij zich laten besnijden, moeten zij er alles aan doen om aliyah te maken enz worden dan veel eenvoudiger te beantwoorden? M.i. is het antwoord daarop, duidelijk “nee” (zie bijv. de Galatenbrief)

Anderzijds begrijpen we wel dat we, als gelovigen uit de volken, ons ten nauwste verbonden weten met Israël. We zijn per slot geënt op HUN olijfboom van beloftes en zegeningen en weten dat God ook met de natuurlijke takken nog een wonderbaar plan heeft, want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk (Rom 11:29) !
Als Paulus hieraan denkt eindigt hij dit gedeelte met een prachtige lofprijzing die hij afsluit met de woorden: HEM ZIJ DE HEERLIJKHEID TOT IN EEUWIGHEID ! AMEN


Jacques van der Bijl
15 november 2019

KUNNEN WE ISRAEL NIET GEWOON ISRAEL LATEN ZIJN ?

Zo maar even een hartenkreet die bij me opkomt als ik eraan denk hoeveel christenen de identiteit van Israël willen aannemen of “mee” willen aannemen.

Velen zeggen: de kerk in het NT is het nieuwe, ware, geestelijke Israël.
Anderen zeggen dat ze als gelovigen uit de volken gevoegd zijn bij Israël en medeburgers van Israël zijn geworden.
Iemand anders zei me dat Israël alleen bestaat uit nakomelingen van de 10 stammen en gevonden wordt onder degenen in de kerk die de sabbat, de bijbelse feesten en de spijswetten gaan houden, wat dan hun afkomst uit de 10 stammen zou moeten bewijzen. Zij zouden het huis van Israël zijn en degenen die in het land Israël wonen zijn dan alleen het huis van Juda.

Dit alles is des te schokkender als we bedenken dat er geen duidelijke voorbeelden zijn in de Bijbel van Schriftplaatsen waar de naam Israël “iets anders” zou betekenen dan eenvoudig het lichamelijke nageslacht van Jakob (zie een vorige post van mij en reacties daarop).

Ik probeer me een beetje voor te stellen hoe dit alles op sommige Joden moet overkomen van wie hun voorouders al zo veel verschrikkingen hebben ervaren in christelijk Europa (van de 4de tot in de 20ste eeuw aan toe).

Hoe zou iemand die een sterk bewustzijn heeft van zijn Nederlandse identiteit (wat ik zelf niet heb) het vinden het vinden als buitenlanders ook de Nederlandse identiteit zouden claimen omdat ze Nederland een fijn land vinden, van de cultuur houden en de taal aardig spreken ? En dat is dan nog maar een heel zwak voorbeeld want Nederlanders kunnen geen bijzondere identiteit aan de Bijbel ontlenen en dat kunnen Joden wel.

Maar m.i. zijn er meer nadelige gevolgen. Doordat gelovigen menen dat zij bij Israël zijn gevoegd wordt het gevaar m.i. groot dat zij ook (op een ongezonde manier) kritiek gaan krijgen op Israël op geestelijk vlak en van zichzelf gaan denken betere “Israëlieten” te zijn.
Israël houdt zich aan de Talmoed (waarvan men dan de negatieve elementen naar voren haalt), wij alleen aan de Tenach (het OT).
Israël houdt zich aan allerlei Talmoedische spijswetten, wij alleen aan de Tenach.
Israël heeft de kaballah waarop men kritiek heeft.
Nu wil ik absoluut niet de Talmoed en de kaballah in alles verdedigen, het gaat me alleen om het feit dat het bewustzijn (mede) Israël te zijn er toe kan leiden te veel en te gemakkelijk kritiek te uiten op Israël. Als dat bewustzijn er niet zou zijn, zouden we dan niet wat voorzichtiger met die kritiek zijn ?

Ik kan me zo voorstellen dat er Joden zijn die denken: nu zijn er zoveel eeuwen voorbij gegaan waarin de kerk/de christenen (voor het allergrootste deel niet-Joden) het altijd beter meenden te weten dan wij, laat ons nu eindelijk eens met rust ! Laat ons onszelf zijn !
Ik gun hen dat graag en wil daarom (ook met terechte kritiek) heel erg voorzichtig zijn en Israël vooral mijn liefde, meeleven en hulp betonen en mij daarbij zo nederig mogelijk opstellen.

Zijn er onder jullie die dit net zo aanvoelen, of trap ik nu een open deur in ?

https://www.facebook.com/jvanderbijl/posts/2695782963816305


Jacques van der Bijl
15 november 2019

KENT HET NT GEEN PLEK MEER VOOR HET ETNISCHE ISRAEL ?

Wij weten dat in het OT God duidelijke beloften heeft gedaan aan zijn volk Israël. Beloften van terugkeer naar het land, bekering, herstel, vrede, voorspoed en zegen.
Maar is dat in het NT anders geworden ?
Heeft Israël daar geen bijzondere toekomst meer, maar gaat het daar op in de gemeente (waarin geen onderscheid meer is tussen Jood en heiden) ?
Een groot gedeelte van de christenheid gelooft dat inderdaad (sinds Augustinus in de 4de eeuw).

Maar laten nagaan in de Schrift en als voorbeeld een paar teksten nemen uit het NT.
Om te beginnen Matt 19:28 waar de Heer Jezus zegt:
“Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen” Einde citaat. Zie ook Luk 22:29v.

Een belangrijke regel in de Schriftuitleg is dat we woorden uit de Schrift zo moeten lezen en begrijpen zoals de oorspronkelijke lezers ze zouden hebben opgevat ?
Welnu, hoe zouden de oorspronkelijke lezers van Matteüs deze woorden anders hebben kunnen begrijpen dan dat de Heer hier spreekt over zijn wederkomst en over het feit dat de 12 discipelen dan ook een bijzondere taak zouden krijgen i.v.m. de letterlijke twaalf stammen van het etnische Israël ? Kort daarvoor (Matt 16:18) heeft de Heer gesproken over “zijn gemeente” die Hij zou bouwen (“op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen”), maar hier laat Hij duidelijk intact dat er daarnaast ook een bijzondere toekomst is voor de twaalf stammen van zijn aardse volk Israël en spreekt Hij daar heel concreet en duidelijk over !

Maar laten we een andere NT Schriftplaats er bij nemen waar ook sprake is van de twaalf stammen van Israël, nl. Hand 26:7 waar Paulus tegen koning Agrippa zegt:
“En nu sta ik terecht wegens de hoop van de belofte van God aan onze vaderen gedaan, waartoe onze twaalf stammen, terwijl zij vurig dag en nacht God dienen, hopen te komen” Einde citaat.
Over welke twaalf stammen zou Paulus hier tegenover Agrippa hebben gesproken ? Wat zou Agrippa hier anders onder hebben kunnen verstaan dan de twaalf stammen van het etnische Israël ?
Maar bovendien, wat is die hoop van de belofte door God aan onze vaderen gedaan ?
Precies, de hoop op (en de belofte van) herstel van het etnische volk Israël (in zijn land) waarvan de profetieën het OT volstaan ! Iets anders kan Paulus niet bedoeld hebben en iets anders kan Agrippa ook niet begrepen hebben.
Maar bedenken we hierbij ook nog dat juist Paulus degene was aan wie de verborgenheid van de NT gemeente was bekend gemaakt en die daarover uitvoerig geschreven heeft m.n. in de Efeze brief ! Ook Paulus had er dus geen enkele moeite mee om de letterlijke beloften gedaan aan het etnische Israël en de waarheid van de gemeente (waarin geen onderscheid is tussen Jood en heiden) gewoon naast elkaar te laten staan !
Zei Paulus hier zomaar wat of geloofde hij werkelijk in een letterlijke vervulling van Gods beloften voor de twaalf stammen van zijn volk Israël ?

Hierbij is het ook nog goed te bedenken dat Paulus hier niet aan het begin van zijn loopbaan staat maar aan het eind van zijn leven, zo'n 30 jaar na de dood en opstanding van de Heer Jezus. Het argument van een korte overgangsperiode waarin hij "de Joden een Jood" wilde zijn om hen te winnen gaat hier dus ook niet op. Trouwens waarom zou hij hier Agrippa ter wille moeten zijn ?

Ik ben absoluut geen tegenstander van vergeestelijking maar ik vraag me echt af hoe je in deze Schriftplaatsen iets anders kunt lezen dan dat het hier gaat over de 12 stammen van Israël, tenzij natuurlijk dan uit theologisch vooroordeel.




Jacques van der Bijl 

Misschien goed om hier nog eens te publiceren wat ik eerder al publiceerde: DE GODHEID VAN JEZUS
Eén van de vele bewijzen voor de Godheid van de Heer Jezus is het feit dat in het OT plaatsen die uitdrukkelijk op JHWH betrekking hebben, in het NT rechtstreeks op Jezus betrokken worden. Ik noem er een aantal hieronder:
- JHWH is de herder van zijn volk (Ps 23:1; 80:2). Jezus noemt zichzelf ook zo (Joh 10:11,14; Hebr 13:20; 1 Petr 2:25; 5:4)
- JHWH is opgevaren naar de hoge (Ps 68:19). Van Jezus staat hetzelfde (Ef 4:8)
- JHWH komt om de aarde te richten in gerechtigheid en trouw (Ps 96:13). Van Jezus staat hetzelfde (Op 19:11)
- JHWH heeft alles geschapen, blijft altijd dezelfde en houdt nooit op te bestaan (Ps 102:26-28). Van Jezus staat hetzelfde (Hebr 1:10-12; 13:8)
- JHWH verlost zijn volk van al zijn ongerechtigheden (Ps 130:8). Van Jezus staat hetzelfde (Matt 1:21; Tit 2:4)
- JHWH verschijnt aan Jesaja (Jes 6:1,3), maar wat deze zag was de heerlijkheid van Jezus (Joh 12:41)
- JHWH is een steen des aanstoots en een rots der ergernis waarover men struikelt (Jes 8:14; 28:16) maar zo staat ook geschreven van Jezus (Rom 9:33; 1 Petr 2:6-8)
- Voor JHWH wordt de weg bereid (Jes 40:3) maar volgens Matt 3:3 is dat voor Jezus.
- van JHWH gezegd dat Hij “harten en nieren toetst”; in Op 2:23 staat hetzelfde van Jezus, de Zoon van God.
- JHWH wordt in Dan 7:9 beschreven als de Oude van dagen met een kleed wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol; in Joh 1 JHWH komt met loon en vergelding (Jes 40:10b; 62:11b), zo ook Jezus in het NT (Op 22:12)
- JHWH geeft zijn eer aan geen ander (Jes 42:8; 45:23) maar kennelijk wel aan Jezus (Fil 2:9-11)
- JHWH is de eerste en de laatste (Jes 44:6b; 48:12b), in het NT wordt hetzelfde van Jezus gezegd (Op 1:17; 2:8; 22:13)
- Voor JHWH zal elke knie zich buigen, elke tong zal bij Hem zweren (Jes 45:23); het zelfde staat geschreven van Jezus in het NT (Fil 2:10v; Rom 14:11 blijkens 2 Kor 5:10 is dit de rechterstoel van Christus)
- JHWH komt als Verlosser voor Sion (Jes 59:20) maar hetzelfde staat van Jezus in Rom 11:26
- JHWH zal komen als vuur om het oordeel uit te oefenen (Jes 66:15), zo ook Jezus (2 Thess 1:7v)
- JHWH zegt in Jer 9:24a “Wie roemen wil, roeme hierin dat hij …Mij kent”; in 1 Kor 1:31 en 2 Kor 10:17 wordt van Jezus Christus gezegd: “Wie roemt, laat hij roemen in de Heer”
- In Jer 11:20; 17:10; 20:12 wordt:14 ziet Johannes Jezus als de Zoon des mensen, bekleed met een gewaad tot aan de voeten …en zijn hoofd en haar wit als witte wol, als sneeuw… een beschrijving die direct doet denken aan die van JHWH, de Oude van dagen in Dan 7:9
- In Joel 2:32a staat dat ieder die de naam van JHWH zal aanroepen behouden zal worden; in Rom 10:12,13 staat hetzelfde maar daar gaat het blijkens het verband duidelijk om Jezus.
- In Zach 12:10 staat van JHWH “zij zullen zien op Mij die zij doorstoken hebben” (SV); in Joh 19:34,37 en Op 1:7 staat hetzelfde van de Heer Jezus ! M.a.w. door het doorsteken van de Mens Jezus hebben ze eigenlijk JHWH zelf doorstoken want Hij was JHWH
- In Zach 11:13 zegt JHWH “30 zilverstukken is de prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben”; in Matt 27:9,10 wordt ditzelfde gezegd maar dan gaat het duidelijk om het verraad van Jezus door Judas
Al met al een 20-tal getuigenissen van dingen die gezegd worden van JHWH in het OT en die op een volkomen identieke wijze gezegd worden van Jezus in het NT. En dat hoeft ons natuurlijk absoluut niet te verbazen want het NT getuigt duidelijk dat Jezus de “waarachtige God en het eeuwige leven” is (1 Joh 5:20), dat Hij onze grote God en Heiland is (Tit 2:13) enz. enz.

 

Jacques van der Bijl Wim Verdouw Hier zie ik ook het trieste gevolg van jouw leer, Wim. God moet op afstand blijven. Hij kan alleen d.m.v. een boodschapper in contact komen met de mens. En dat is zelfs al in tegenspraak met wat de Tenach ons openbaart.(bijv. Num 12:7,8). En het is zeker in tegenspraak met het feit dat in de Persoon van Jeshua God zelf naar ons is toegekomen . In het laatst der dagen heeft Hij gesproken IN ZOON; (Hebr 1:2) Dit zou je bijna kunnen ALS ZOON. Zo dichtbij kwam God in zijn genade naar ons toe.

Jacques van der Bijl Ik ben het helemaal eens dat we de term [drie-eenheid] niet (altijd) hoeven te gebruiken, als we ons maar bewust zijn van de waarheden die daarachter schuil gaan. Wat mij vooral treft is de aversie tegen die term, die ik niet goed begrijp.



Jacques van der Bijl
4 december 2019

DRIE-ENE GOD

De bovenstaande drie woorden drukken kort samenvattend de volgende vier Bijbelse waarheden uit:
1. de Vader is God
2. de Zoon is God
3. de Heilige Geest is God
4. Er is maar één God.
En als je menselijke verstand hier moeite mee heeft, denk dan aan Jes 55:9: "Want zoals DE HEMELEN HOGER ZIJN DAN DE AARDE, zo zijn mijn wegen HOGER dan uw wegen en MIJN GEDACHTEN DAN UW GEDACHTEN."
Een god die ik als schepsel volkomen zou kunnen doorgronden zou nooit de ENE, WARE GOD kunnen zijn.


Jacques van der Bijl
9 december 2019

WAT BETEKENT DRIE-EENHEID NIET

Soms kun je dichter komen bij de betekenis van iets door eerst te begrijpen wat het NIET is.

Men heeft geprobeerd de Drie-eenheid te verklaren door te stellen dat de ENE God zich in 3 gestalten (verschijningsvormen) aan ons bekend maakt: de gestalte van Vader, van Zoon en van Heilige Geest.
Die opvatting wordt het modalisme genoemd. Men noemt dan voorbeelden als : Water kan zowel ijs als water als damp zijn Een man kan tegelijk zowel vader als zoon als man zijn enz.. Maar dit kan niet de verklaring zijn van de Drie-eenheid.
Tussen die verschillende modi bestaat namelijk onderling geen enkele relatie.
Maar die relatie is er nu juist wel tussen de Vader en de Zoon. De Vader heeft de Zoon GEZONDEN bijvoorbeeld. (Joh 5:37,38; Joh 6:29,38,39,40; Joh 6:44 enz..)
Maar daarenboven is die relatie een liefdesrelatie. De Vader heeft de Zoon lief. Zie Joh 3:35; Joh 5:20; Joh 10:17; Joh 17:24; Joh 17:26. In dit laatsgenoemde vers zegt de Zoon tot de Vader: U hebt Mij liefgehad VOOR DE GRONDLEGGING VAN DE WERELD.
Dat er van zo'n eeuwige liefdesrelatie sprake moet zijn blijkt ook al uit het feit dat het "wezen" van God "liefde" is. God IS liefde 1 Joh 4:8,16 !
Wat heeft "liefde" voor zin als er geen relatie is. Maar die eeuwige liefdesrelatie is er nu juist wel en het wonder van Gods heilsplan is nu juist dat God mensen in die liefdesrelatie wil invoeren, mensen die, door geloof, ten nauwste verbonden zijn met Jezus als Mens.
Maar die Mens is tegelijk de eeuwige Zoon van God.
Wie dit gaat zien begrijpt je ook dat het de tegenstander er alles aan gelegen is om deze heerlijke Goddelijke waarheid te ontkennen of aan te tasten bijvoorbeeld door te leren dat Jezus pas ontstond bij zijn conceptie en dat Hij dus niet God de Zoon was die Mens werd, zoals Wim Verdouw bijv. doet.
Of door te leren dat Jezus toch een schepsel is, zij het dan een hoog en verheven schepsel (zoals Arius en anderen voor hem leerden en nu de Jehova Getuigen).
Of door te leren dat Jezus wel eeuwig is maar van eeuwigheid af als Zoon altijd ondergeschikt was aan de Vader. M.i. spreekt de Heer alleen over zijn gehoorzaamheid en onderworpenheid aan de Vader als Mens, d.w.z. naar zijn Menselijke natuur. En die zullen we altijd moeten onderscheiden (niet scheiden !) van zijn Goddelijke natuur. Hij was beide in Eén Persoon. Niemand kent de Zoon dan de Vader (Matt 11:27)






Meer preterisme:

Discussie op CIP tussen 
Willem Ouweneel en Jeroen Koornstra

1. Willem J. Ouweneel:
      Vond de wederkomst al in 70 plaats?...

2. Reactie van Jeroen Koornstra:
      Waarom vergeestelijken van eindtijdprofetieën niet problematisch is...

3. Reactie Ouweneel op Jeroen Koornstra:
      Calvijn, Wright en Sproul hebben nooit beweerd dat Jezus in 70 is teruggekomen...

4. Reactie Jeroen Koornstra + slotreactie Ouweneel:
      Is Jezus nu wel of niet teruggekeerd in 70?...

N.B. Bijeenkomsten en Conferenties worden gehouden bij
        Family Church, Medialoods Galvanistraat 23 Nijkerk, voorganger Johan Kok.
        'De 7 bergen' is hun leer, en dat is de KingdomNow-leer
        David Sorensen wordt ook als spreker gevraagd.

NIEUW: 25-9-2019 Boekrecensie Jeroen Koornstra, Het einde van de eindtijd...


10-8-2018 Preterisme.nl ontmaskerd
Deze website ontmaskert de preteristische leer zoals die op preterisme.nl uiteengezet wordt door Anne Salomons


Video (Eng): Discussie Michael Brown en Don Preston:
Over het al dan niet vervuld zijn van de profetieën (1:46:17)...
( Vertalen: Klik op Ondertiteling. 
  Daarna: Wieltje > Ondertiteling > Automatisch vertalen > Nederlands)

Artikel van Bert Panhuise:
Het gevaar van de Kingdom Now (Koninkrijk Nu) leer...


Deel 1. Waar brengt het ons? | 2. Wat is het? J.v.d.Bijl | 3. Opnieuw verwoord door David Sorensen
Deel 4: Kwam Hij of komt Hij met de wolken? - door Peter van Beugen (Focus op de Bijbel, 2017)


 NIEUW BOEK: Jan Vossen, De wederkomst van Jezus Christus
Een Bijbelse weerlegging van het preterisme (van David Sorensen)...
(10-2-2018)


Home | Granel.org | Hinn | Geelhoed | Ouweneel | Van der Ven | T.B.Joshua